Bericht van nevobo werkgroep arbitrage:

Het komt nogal eens voor dat de SVC (Straf Vervolgingscommissie) tot de conclusie komt dat een scheidsrechter de wedstrijd onterecht heeft gestaakt wegens wangedrag van één of meer spelers. Zelden is de conclusie dat het staken terecht was.

Tijdens de vergadering van de werkgroep Arbitrage van afgelopen woensdag is dit punt, na uitgebreide correspondentie met de SVC, uitgebeid aan de orde gekomen. Wij willen graag dat u van het onderstaande goede nota neemt.

Het vaste uitgangspunt bij het staken van een wedstrijd is namelijk dat de scheidsrechter  eerst alle aan hem ten dienste staande middelen moet hanteren. In dit geval valt hierbij te denken aan het tonen van kaarten en het waarschuwen via de aanvoerder(s), om aan de ontoelaatbare handelwijze of ontstane situatie een einde te maken. Hebben deze maatregelen niet het beoogde resultaat gehad, dan pas komt de scheidsrechter uit bij een situatie om tot een noodmaatregel over te gaan: het staken van de wedstrijd.

Het is dus een uiterste middel voor het geval dat reguliere middelen hebben gefaald.

In vrijwel alle aan de SVC voorgelegde gevallen ging het om scheidsrechters die impulsief van de bok stapten zonder de aanvoerder(s) op hun verantwoordelijkheid gewezen te hebben. De aanvoerder is in zijn hoedanigheid als ploegverantwoordelijke, verantwoordelijk voor het beteugelen van het wangedrag van zijn spelers of zijn ploeg. 

De feiten wijzen regelmatig uit dat het vaak niet zo ver had hoeven te komen, indien de scheidsrechter eerder adequaat en conform de spelregels had opgetreden.

Bedreiging van een scheidsrechter neemt de SPC (Straf en Protest Commissie) zeer serieus en ook de WA vindt dat de scheidsrechter met respect moet worden bejegend, maar wij vinden óók dat de scheidsrechter niet te snel naar het meest vergaande middel, het staken van een wedstrijd, moet grijpen.

Naar de mening van de WA moet het staken van de wedstrijd een uiterste redmiddel blijven. Dit niet alleen omdat de scheidsrechter eerst zijn aan hem ten dienste staande middelen en maatregelen moet gebruiken, maar ook vanwege de zeer vergaande gevolgen van deze maatregel voor alle betrokkenen bij die wedstrijd.

Wanneer een scheidsrechter, gelet op de zich voorgevallen situaties in een wedstrijd, niet alle aan hem ten dienste staande middelen gebruikt heeft om aan de zich voorgedane ontoelaatbare situatie een einde te maken zal de SPC beslissen dat de wedstrijd ten onrechte is gestaakt.

Heeft de scheidsrechter uit overmacht moeten handelen, en derhalve niet alle hem ten dienste staande middelen of maatregelen kunnen gebruiken, zal de SPC beslissen dat de wedstrijd terecht is gestaakt.